De perfecte kotelet in 5 stappen
Te droog, te doorbakken... het kan al eens mislopen met een lekkere varkenskotelet. Een kotelet bakken is nochtans makkelijk, zolang je maar enkele regels in acht neemt. We leiden je in vijf stappen naar de perfecte kotelet.
Zo bak je een varkenskotelet nog sappiger
1. Gebruik een pan met dikke bodem. Pas het formaat van de pan aan het vlees aan. Haal je kotelet op tijd uit de koelkast. Een hete pan kan een mals stukje vlees doen schrikken. Als de kotelet al op kamertemperatuur is gekomen, moet ze bovendien minder lang bakken en krijg je uiteindelijk ook een malser eindresultaat.
2. Dep je kotelet droog met keukenpapier voor je ze gaat bakken. Op die manier krijg je dat superlekkere korstje dat iederéén op zijn vlees wil.
3. Voor een goede kotelet heb je boter nodig. Laat de pan goed heet worden voor je de vetstof erin doet en wacht dan tot het schuim is weggetrokken. Een kotelet kruiden doe je vlak voor je ze in de pan legt. Gebruik peper, zout én een vleugje nootmuskaat. Dat past perfect bij varkensvlees.
4. Wil je dat mooie korstje en die typische vleessmaak? Bak je kotelet dan eerst twee minuten op één kant op hoog vuur voor je ze omdraait. Doe vervolgens hetzelfde op de andere kant. Zet het vuur dan wat lager en laat het vlees rustig verder garen. Zo blijft het heerlijk sappig.
5. Houd de kotelet goed in de gaten en haal ze uit de pan vlak voor ze volledig gegaard is. Op een warm bord en afgedekt met aluminiumfolie kan het vlees nog even doorgaren. Je geduld zal beloond worden met een perfect gebakken varkenskotelet.
Extra tip
Een randje vet helpt te voorkomen dat varkensvlees uitdroogt tijdens het bakken. Het is een extra garantie voor een mals, sappig stukje vlees met meer smaak. Na het bakken snijd je het vetrandje weg, als je dat wenst. Laat je ook niet afschrikken door meer vetdooraderd vlees zoals spiering. Het vet smelt tijdens het bakken weg en zorgt voor extra sappigheid van binnenuit en voor een vollere smaak.