Slagerij De Kapblok: waar passie, vakmanschap en innovatie elkaar raken

Erwin Mertens van de Leuvense slagerij De Kapblok staat dit jaar dertig jaar in het vak. “Ik geniet er al die tijd al van om dingen te doen die je niet meteen verwacht van een slager. Dat was enkel mogelijk omdat ik goede mensen rond mij had,” zegt hij dankbaar. Piet Huysentruyt ging bij hem langs om over zijn passie te praten: “Iedereen kan zien dat Erwin een vakman is. Zijn passie, zijn vakmanschap en zijn team hebben er samen voor gezorgd dat de zaak geworden is wat ze vandaag is.”

Slager Erwin Mertens en Piet Huysentruyt

“Mensen steken opnieuw meer tijd in koken, en willen weten waar hun stukje vlees vandaan komt,” vertelt Erwin, die zijn verkoop jaar na jaar ziet stijgen. De vrolijke slager toont zijn klanten graag hoe hij met zijn producten aan de slag gaat. “We verzetten enorm veel werk om tot een goed eindproduct te komen, en dat laten we graag zien.”

Vakmanschap en innovatie

Of slagers elkaar ook inspireren? “Ja, en dat is de laatste jaren alleen makkelijker geworden, met sociale media.” Een voortdurende innovatie en afwisseling heeft Erwin naar eigen zeggen echt nodig: “Gewoon winkeltje spelen, dat volstaat niet meer voor mij. Ik wil altijd nieuwe dingen proberen.” Piet grinnikt: “Dat is de onrustige geest van de artiest, altijd maar willen vernieuwen en nieuwe dingen doen. Erwin is wie hij is, door zijn passie en zijn vak, door de jaren heen.”

“Erwin kan altijd innoveren met zijn producten en zijn verpakking, net omdat hij jarenlang ervaring heeft opgebouwd,” voegt Piet toe. “En omdat hij kan rekenen op een goede ploeg. Zonder zo’n team doe je dat niet. Het is omdat hij vroeger dag en nacht gewerkt heeft, dat hij een naam en een cliënteel kon opbouwen,” zegt Piet. “Een succesvolle zaak creëer je alleen maar door volop in te zetten op vakmanschap. Alleen zaken gedreven door passie én door kennis blijven overeind.”

“Ik probeer ook alles zo transparant mogelijk te tonen in mijn zaak, om zo mensen dichter bij hun stukje vlees te brengen. Dat is ook de reden waarom we tv-schermen plaatsten,” vult Erwin aan. “We geven klanten een inkijk in ons atelier en tonen wat voor mankracht er achter de schermen aan de slag is. Klanten zijn op die manier ook zeker dat alles hier vers gemaakt werd.”

Ook op vlak van technologie en ecologie investeert Erwin volop. “Ik denk dat heel wat slagers sowieso voortrekkers zijn voor het klimaat. Ik heb beneden een aardgascentrale, en maak daarmee zelf mijn elektriciteit. Alle koelcentrales in de zaak zijn ook computergestuurd, waardoor ze zo weinig mogelijk verbruiken. Daar denk ik echt over na: het is goed voor het milieu, maar ook voor mijn bankrekening.”

Bouwen aan sterk merk

“Jarenlang ging ik niet op vakantie. Dat lukte gewoon niet: zodra ik iets verdiende, investeerde ik dat meteen opnieuw in nieuw materiaal, of in een nieuw proces,” herinnert Erwin zich. “Dat moet je doen om je te onderscheiden. Je moet als slager vermijden dat je een winkel uitbaat waar mensen dingen komen kopen die ze vergaten in de supermarkt. Klanten moeten speciaal naar de slagerij willen komen.”

Zo veel mogelijk alles zelf maken, dat staat centraal in de slagerij van Erwin. “Er is een revival van slagers die ervoor kiezen om opnieuw meer dingen zelf te maken.” Ook streekproducten zijn van groot belang voor Erwin, die in zijn bereidingen uitsluitend ingrediënten van Belgische bodem gebruikt : “Ik deed dat eigenlijk al dertig jaar geleden, sinds ik begonnen ben. Voor mij kwam het heel natuurlijk om naar Leuvense streekproducten te grijpen om unieke recepten uit te denken.”

Mee met de tijd

In die dertig jaar is er voor Erwin veel veranderd: “Smaken veranderen: mensen reizen en leren nieuwe dingen kennen. Dat is natuurlijk al jaren zo, maar er zijn wel modetrends in de slagerij,” zegt hij. “Als ik twintig jaar geleden varkenswangen bestelde, moest ik daar zelfs niet voor betalen, niemand kocht dat. Intussen is de prijs van varkenswangen vervijfvoudigd, aangezien er veel vraag naar is, en elk varken maar tweehonderd gram wangen heeft,” voegt Erwin toe.

Ondertussen denkt Piet spontaan aan rosbief: “Zondagmiddag, dat was bij ons rosbief. Maar wie kan dat vandaag nog klaarmaken? Mijn moeder zou verbaasd opkijken als ik haar dat had verteld.” Erwin bevestigt: “Dat zijn dingen die te weinig gemaakt worden door de mensen. Gezinnen worden kleiner, dus mensen denken daar niet meer aan. Het is nochtans een stuk vlees waar voldoende van is, dus het zou de prijs niet veel beïnvloeden.”

Volgens Erwin spelen kookprogramma’s daarin een grote rol: “Als Jeroen Meus in Dagelijkse Kost iets met varkenswangen maakt, zien we dat zonder naar het programma te kijken in de winkel. Maakt hij rundstong in madeirasaus, krijgen we plots tien bestellingen in een week, terwijl je er anders geen tien op een jaar verkoopt.”

Ook de houding tegenover slagers veranderde in die drie decennia: “Ik merk wel een zekere aversie tegenover vlees,” vertelt Erwin. Helemaal onterecht, volgens hem. “Onze verkoop daalt trouwens niet, integendeel, die stijgt jaar na jaar. Belgen eten nog altijd graag een stukje vlees,” besluit hij.

Meer weten over Erwin en zijn team? Neem een kijkje op de site van De Kapblok

Wat is jouw favoriete stukje rundvlees? Laat het ons weten via Facebook, Instagram of Twitter met #lekkervanbijons. Blijf op de hoogte van alle nieuwtjes en volg ons ook op Pinterest, YouTube of schrijf je in op onze nieuwsbrief!