Welke inspanningen gebeuren er op het vlak van diervoeder?
Maatschappelijk verantwoorde soja: op kruissnelheid in duurzaamheidskoers
Dieren hebben eiwitten nodig om te groeien. Een belangrijke eiwitrijke grondstof voor diervoeders is soja, maar dat gewas groeit niet in ons klimaat. Veevoederfirma’s moeten dus sojaschroot importeren, vaak uit Zuid-Amerika.
Om de druk op het milieu, het klimaat en de sociale omstandigheden in de landen waaruit men diervoedergrondstoffen invoert te minimaliseren, richtte BEMEFA (de Beroepsvereniging van Mengvoederfabrikanten in België) samen met andere schakels uit de voedingsketen in 2006 een platform op voor Maatschappelijk Verantwoorde DiervoederStromen (afgekort MVDS). Dit platform stelde 3 objectieven voor ogen: (1) de ontwikkeling van een duurzaamheidsstandaard voor ingevoerde grondstoffen, (2) de vermindering van de afhankelijkheid van buitenlandse invoer van plantaardige eiwitten en (3) de promotie en ontwikkeling van lokale eiwitten.
Het eerste objectief werd ingevuld door soja als proefproject te nemen. Jaarlijks voert de diervoedersector 750.000 ton sojameel in vanuit Argentinië en Brazilië. BEMEFA streeft ernaar om tegen 2015 alle nog in te voeren soja te laten voldoen aan strenge criteria (98 indicatoren), zoals het feit dat soja niet afkomstig mag zijn uit ontboste Amazonegebieden. Een progressief vijfjarenplan werd daarbij uitgetekend. BEMEFA trekt verder aan de kar om ook op Europees niveau meer lidstaten te overtuigen eveneens maatschappelijk verantwoorde, gecertificeerde soja aan te kopen. In september 2012 ontving BEMEFA het certificaat voor de aankoop van 250.000 ton gecertificeerde maatschappelijke verantwoorde soja. “BEMEFA komt op kruissnelheid in haar duurzaamheidskoers”, zegt voorzitter Luc Seurynck.
Lees ook:
Intentie verduurzaming sojaketen zet zich door in EU
Alternatieve eiwitbronnen
De Belgische mengvoedersector investeert ook fors in het zoeken naar alternatieven voor de ingevoerde plantaardige eiwitten. Zo zoeken wetenschappers verder naar volwaardige alternatieven voor soja in de dierenvoeding. Momenteel lopen er onderzoeken bij onder meer het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek). Deze initiatieven kaderen in het Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen, waarvoor in 2011 reeds een engagementsverklaring ondertekend werd met Vlaams Minister-President Kris Peeters.
Erwten, bonen en kemp staan bekend als alternatieve eiwitbronnen. Maar ook in veredelde gras- en klaversoorten zit tegenwoordig een hoger gehalte aan nuttige eiwitten. Een andere steeds belangrijker wordende groep eiwitvervangers zijn de bijproducten van gewassen die bio-energie leveren, zoals de perskoek van koolzaad of de droogrest van granen waaruit bio-ethanol is gemaakt (DDGS). Ze vormen allen een lokaal en duurzaam alternatief voor soja als traditionele eiwitbron.
De Belgische mengvoedersector wil minder afhankelijk zijn van het buitenland (landen buiten de EU) voor de aanvoer van eiwitten. In 2011 is bijna de helft van alle eiwitten gebruikt in mengvoeders afkomstig van binnen de EU. Op Europees niveau is de mengvoederindustrie voor 70% afhankelijk van de invoer van eiwitten van buiten de EU. België scoort dus merkelijk beter dan het Europees gemiddelde.
Lees ook:
Nieuw actieplan zet verder in op eigen eiwitbronnen
Afval voor de ene, diervoedergrondstof voor de andere
Een duurzame productie gaat ook over het bewust, en dus zuinig en efficiënt omspringen met natuurlijke grondstoffen. Wat afval is voor de ene schakel in de voedselketen is grondstof voor een andere schakel. Wist je dat er jaarlijks drie miljoen ton restproducten uit de biobrandstof- en voedingsindustrie gebruikt worden als veevoeder? Dat gaat van de hierboven genoemde bijproducten van de biobrandstoffenindustrie, graanresten uit de bloemmolens, aardappelschillen, bietenpulp van de suikerfabrieken, draf uit de brouwerijen tot maïsgluten uit de zetmeelindustrie die anders op de afvalberg terechtkomen. Ongeveer de helft van de grondstoffen die de mengvoederindustrie inmengt, komt uit de voedingsindustrie.
Lees ook:
Belgisch veevoeder bestaat voor helft uit nevenstromen