Weetjes en feitjes over bloesems en bijtjes

Productinformatie

April is de bloesemmaand bij uitstek! Trek eropuit naar een van de fruitregio’s die ons land rijk is en geniet van al die bloesempracht. Wil je tijdens een wandel- of fietstocht uitpakken met je kennis over de bloemetjes en de bijtjes? Wij verzamelden voor jou alvast enkele bloesemweetjes.

Wanneer zijn er bloesems?

April is traditioneel bloesemtijd. Of de bloesemperiode begin of eind april plaatsvindt, hangt sterk af van de temperaturen in maart. Bij een vroege lente en zachte temperaturen kunnen de bloemetjes er al snel zijn. Wanneer de nachttemperatuur langer laag blijft, wachten de bloesems liever met bloeien.

Niet alle fruitsoorten bloeien op hetzelfde moment. Bij elke soort zijn er vroege en late soorten. Doorgaans staan de vroege kersenbomen als eerste in bloei, dan zijn de perenbomen aan zet en als laatste de appelbomen. De start hangt ook af van de locatie van de aanplanting (op een plateau, in een vallei…). De bloeiperiode duurt gemiddeld 10 tot 12 dagen.

De bloemetjes en de bijtjes… hoe werkt dat nu precies?

Bloemen kunnen zelf geen partner zoeken om zich voort te planten. Ze ontwikkelden een slimme manier om hun stuifmeel toch aan planten van dezelfde soort door te geven:

Bloemen produceren een zoete nectar die bijen aantrekt.
Wanneer de bijen in de bloemen duiken - op zoek naar nectar - komen ze in contact met de meeldraden van de bloem. De stuifmeelkorrels die van de meeldraden loskomen, blijven kleven aan het lijf van de bij.
Bij het bezoek aan een andere bloem blijven die stuifmeelkorrels aan de nieuwe stempel plakken: de bestuiving is gebeurd.
De stuifmeelkorreltjes kiemen op de stempel van de bloem en groeien doorheen de stamper naar de eicel: de bevruchting is een feit.
Nu de bloem haar rol vervuld heeft, vallen de bloemblaadjes af en begint de vrucht te groeien. Een goede vruchtzetting is noodzakelijk voor grote, gave en smaakvolle vruchten. Bij bijvoorbeeld een slecht bevruchte appel zal het vruchtvlees zich niet gelijkmatig ontwikkelen.

Waarom zien sommige fruitbomen er wit uit tijdens het voorjaar?

De bomen worden behandeld met een kleipreparaat: kaolien. Dat is een natuurlijk mineraal dat ook in bijvoorbeeld cosmetica zit. De behandeling met deze stof beschermt de bomen tegen extreme temperatuurschommelingen en insectenplagen.

De grootste vijand van een fruitteler tijdens de bloesemperiode? Nachtvorst!

Lentenachtvorst kan heel schadelijk zijn voor de bloesems. Gelukkig kan de fruitteler verschillende hulpmiddelen inzetten.

Beregenen is zo’n manier om de bloesems te beschermen. Wanneer een teler bij nachtvorst zijn fruitgewas constant beregent met smeltwater, kan de temperatuur kunstmatig rond het vriespunt gehouden worden. Dit bevriezend water heeft én behoudt namelijk een temperatuur van 0°C, zodat de bloesems als het ware in een kleine iglo komen te zitten. Zolang er nieuw water wordt aangevoerd, daalt de temperatuur van het ijs niet en bevriezen de bloesems niet.

Vuurpotten zijn een tweede optie. De teler plaatst zo’n 250 potten per hectare. Dit is een arbeidsintensieve methode, want de teler moet stoken zolang de nachtvorstperiode duurt. Ook warmtekanonnen en windturbines kunnen helpen om de temperatuur boven 0°C te houden.