Welke inspanningen gebeuren er op het vlak van dierenwelzijn?

Dierenwelzijn is een complex concept met verschillende dimensies. We hebben als mens de neiging om het gedrag van dieren te baseren op ons eigen menselijk referentiekader. Ook onze invulling van het begrip dierenwelzijn en welzijnscriteria worden hierdoor in grote mate bepaald. Als mens kunnen we niet claimen exact te weten wat dieren voelen. Wetenschappelijk onderzoek kan ons helpen begrijpen welke maatregelen werkelijk bijdragen aan het welzijn van dieren. Als we het begrip dierenwelzijn algemeen willen invullen, dan kunnen we stellen dat een dier zich goed moet voelen in de omgeving waar het zich bevindt, dat het gezond is en geen honger of dorst heeft. De behoeften op het gebied van voeding, huisvesting en verzorging verschillen per diersoort.

Genoeg stalruimte, lucht en ventilatie, zo kort mogelijke transportafstanden voor slachtdieren, het gebruik van laad- en losliften... Het zijn enkele maatregelen die helpen om de dieren zo weinig mogelijk stress te bezorgen. Als een dier rust heeft gekend in de stal en tijdens het vervoer, komt dat de kwaliteit van het vlees ten goede. Verder dragen kwaliteitsvol en veilig diervoeder en een correcte watervoorziening bij tot de dierengezondheid en zo ook tot een beter welzijn van de dieren.

Wetgeving rond dierenwelzijn

De Belgische en Europese regelgeving hebben bijgedragen aan verbeterde levensomstandigheden voor de dieren. De wetgeving rond dierenwelzijn evolueert continu. De Sectorgids Primaire Dierlijke Productie en de checklisten bevatten alle voorschriften met betrekking tot de wetgeving onder de bevoegdheid van het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen).

De sectorgids zet de wetgeving om in praktische richtlijnen voor veehouders. Zo zijn ook de voorschriften over diervoeder en drinkwater, diergezondheid, dierenwelzijn, uitrusting en hygiëne hierin opgenomen. Door deze sectorgids te volgen kan de primaire dierlijke productiesector bijdragen tot de integrale bewaking van de voedselketen en de kwaliteit en veiligheid van het voedsel.

In 2008 bepaalde de Europese Unie dat mensen die omgaan met dieren bewust moeten worden gemaakt van dierenwelzijn in al zijn aspecten en hun invloed hierop. Ook het transport kan een belangrijke invloed hebben op het welzijn van dieren. Daarom werd, in opdracht van de dienst Dierenwelzijn van de FOD Volksgezondheid, een cursus opgesteld voor veetransporteurs en -verzorgers die een commercieel vervoer vergezellen. De cursus behandelt onderwerpen zoals gedrag en fysiologie van dieren en het effect van het rijgedrag op het dierenwelzijn. Iedereen die, als bestuurder of als verzorger, commercieel vervoer van landbouwhuisdieren uitvoert, moet het getuigschrift van vakbekwaamheid behalen. Om dit getuigschrift te behalen dient men te slagen voor een examen. Sinds september 2011 moeten alle chauffeurs dit getuigschrift in hun bezit hebben. Het FAVV ziet hierop toe en voert controles uit op verschillende niveaus: in de slachthuizen, op de veemarkten en op de weg. Op de website van het FAVV vind je meer toelichting bij de adviezen en wettelijke verplichtingen over het transport van levende dieren.

Volgens een andere richtlijn die de EU in het leven riep om dieren te beschermen bij het slachten of doden, moet elk slachthuis ‘animal welfare officers’ opleiden. De animal welfare officers zien erop toe dat de behandeling van de dieren op een correcte, hygiënische en diervriendelijke wijze gebeurt en dat deze kennis wordt doorgegeven aan alle betrokken medewerkers in het bedrijf.

Onderzoek naar dierenwelzijn

Binnen het kader van een duurzame landbouw staat het onderzoek naar dierenwelzijn niet stil. Universiteiten en onderzoeksinstellingen zoals het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) verrichten hieromtrent veel onderzoek.