Bereiding
1 dag op voorhand
Laat de garnaalschalen en -koppen weken in de melk op een zacht vuur gedurende 20 minuten.
Zeef daarna de garnaalschalen en -koppen uit de melk, bewaar de melk.
Smelt de boter in een sauspannetje, voeg er de bloem bij en roer om tot een roux. Laat even drogen.
Voeg de melk beetje bij beetje toe aan de roux, blijf goed kloppen zodat je een dikke bechamelsaus verkrijgt. Breng de saus nog eens aan de kook, zet het vuur lager en kruid naar eigen smaak met peper, zout en nootmuskaat.
Laat de gelatineblaadjes weken in voldoende koud water tot ze soepel zijn.
Knijp het water eruit en roer ze onder de nog warme bechamelsaus tot ze volledig opgelost zijn.
Voeg de gepelde garnalen bij de bechamelsaus en roer even om.
Vet een vierkante ovenschotel in met boter.
Maak de liaison door de eidooiers los te kloppen in de room en voeg onmiddellijk bij de bechamelsaus, roer goed. Laat even pruttelen en stort in de vierkanten ovenschotel, strijk uit tot ongeveer 1,5 cm. dikte.
Laat een nacht rusten in de ijskast zodat het geheel goed opstijft.
De dag zelf
Zet alles klaar voor het paneren; een bord met bloem, een ander bord met de losgeklopte eidooiers en een derde bord met paneermeel.
Snijd de vulling in 8 ongeveer gelijke rechthoekige stukken, kroketvorm.
Wentel de kroket één voor één door de bloem en schud de overtollige bloem eraf.
Wentel daarna in de eidooiers, zorg ervoor dat er geen onbedekte stukjes blijven. Leg vervolgens de kroketten in het bord met het paneermeel en schud het bord goed om, zorg er opnieuw voor dat de kroket volledig bedekt is.
Verwarm het frituurvet tot 180°C en bak de garnaalkroketten mooi krokant in ongeveer 4 minuten, laat uitlekken op een keukenpapier.
Hak de krulpeterselie fijn, frituur deze eveneens. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi met wat zout.
Serveer de kroketjes met een partje citroen, wat gefrituurde peterselie en een sneetje brood.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.