Schorseneren

Schorseneren zijn lange, dunne witte wortels met een zwarte schil. Ze worden ook wel eens winterasperge of armeluisasperge genoemd, omdat de zacht nootachtige, kruidige smaak een beetje doet denken aan die van asperges. De smaak van een asperge is echter net iets fijner.

Kwaliteit

Verse schorseneren zijn nog bedekt met een aardejasje. Reken zo’n 250 gram per persoon. Voor een salade is 125 gram voldoende.

Bereiding

De bruinzwarte schil is kurkachtig. Spoel schorseneren eerst goed af en schil ze vervolgens vanaf de onderkant naar de top. Borstel de wortels onder stromend water schoon voor gebruik.

Het schillen lukt beter als je de schorseneren gekookt hebt. Een scheut melk bij het kookwater voorkomt dat ze tijdens het koken donkerder worden. Schorseneren worden meestal in stukjes van vier tot zes cm opgediend. Omdat de groente een zachte smaak heeft, zijn er vele combinaties met andere producten mogelijk.

Voedingsinformatie

Onder de kolen is de schorseneer de voedingsvezelkampioen. Een portie schorseneren (200 g) levert ruim de aanbevolen dagdosis voedingsvezels.

Bewaring

Verse schorseneren kan je ongeveer een week in de koelkast bewaren. Op een droge koele plaats tot zelfs een maand.