Aardappelen

Een bord met aardappelen, groenten en een stukje vlees, dat is dé maaltijd bij uitstek in ons land. Hoewel de wortels van de knol in Zuid-Amerika liggen, behoort de aardappel al heel erg lang tot ons culinair erfgoed. Het is zonder twijfel de meest populaire maaltijdbegeleider in België. 

Kwaliteit

Dankzij het vakmanschap van onze telers en de goede bewaartechnieken genieten we het ganse jaar van lekkere aardappelen. Er is een uitzondering, de primeuraardappelen. Deze ‘nieuwe aardappelen’ zijn enkel heel vroeg in het seizoen te koop. Vanaf juni ongeveer mag je ze in de winkel verwachten. 

Als er geen groenverkleuring of uitlopers op de aardappelen te zien zijn dan heb je een uitstekende partij in handen.

Let op met groenverkleuring

Als aardappelen te lang in het licht gelegen hebben, kunnen ze groen worden. Die stukken snijd je best weg, want ze geven een bittere smaak.

Let op met uitlopers, kiemen of spruiten

Als je aardappelen te lang bewaart krijgen ze uitlopers. Ze maken zich immers klaar om een nieuw seizoen in te gaan en nakomelingen te produceren. Lekker zijn die kiemen niet. Ze maken de aardappel zacht en rimpelig. Niet echt aantrekkelijk en vooral minder smaakvol. 

Bereiding

Je hebt drie categorieën aardappelen: vastkokend, vrij vastkokend en bloemig. Afhankelijk van de bereiding kies je beter voor een bloemige of vastkokende aardappel.

Vastkokende aardappelen hebben een fijne structuur en blijven heel bij het koken. Ze zijn ook prima om te bakken of verwerken in salades.

Bloemige aardappelen zijn kruimig. Bij het koken vallen ze iets uiteen. Bloemige aardappelen zijn alleskunners. Koken, bakken, pureren of frietjes van snijden, voor alle soorten bereidingen zijn ze prima.

Kook aardappelen van gelijke grootte dan ze zijn ook op hetzelfde moment gaar. Makkelijk. 

Voedingsinformatie

Aardappelen geven je gezonde energie in de vorm van complexe koolhydraten. Gekookte aardappelen bevatten bovendien geen vet. Maar daar houdt het niet mee op. Ze leveren ook essentiële voedingsstoffen zoals voedingsvezels, mineralen (kalium) en vitaminen (C, B6 en foliumzuur). Onder invloed van warmte enerzijds en door uitloging in het water anderzijds gaat er tijdens de bereiding vitamine C verloren. Je kan dit verlies beperken door aardappelen pas te schillen net voor je ze kookt, door ze kort te spoelen en niet in het water te laten liggen. Voeg je aardappelen daarom pas toe aan het kookwater wanneer het water kookt. Zo haal je al het goede van aardappelen er maximaal uit. 

Bewaring

Bewaar aardappelen op een koele, donkere en droge plaats. De vitaminen in aardappelen zijn namelijk gevoelig voor warmte, licht, lucht en water.

Vroege aardappelen kan je enkele dagen tot een week bewaren. Je verbruikt ze best zo snel mogelijk.

Aardappelen die in een geperforeerde papieren zak verpakt zijn, bewaren beter dan aardappelen in een plastic zak. In een papieren zak verdampt het overtollig vocht makkelijker, zodat de aardappelen minder snel beschimmelen. Bovendien zijn ze zo beschermd tegen het licht.

Aardappelen die te warm en te lang bewaard worden krijgen uitlopers. Bewaar aardappelen echter niét in de koelkast, want dan worden ze blauw. Ook door stoten kunnen blauwe plekken ontstaan. Deze zijn gelukkig niet schadelijk en hebben geen invloed op de smaak.