Hoe verlopen de controles in de productieketen?

Controles vanaf de voederbak

Naar het model van de Nederlandse GMP (Goede Mengvoederpraktijken) werd in 2001 de Feed Chain Alliance-standaard (FCA) in België opgestart door de vzw OVOCOM. De FCA-standaard is het kwaliteits- en controlesysteem dat bovenop de dierenvoederwetgeving de kwaliteit en veiligheid van mengvoeders moet garanderen. De uiteindelijke doelstelling is om ongewenste stoffen te weren, maximale hygiëne te garanderen en te waken over de toevoeging van kritische bestanddelen zoals geneesmiddelen. FCA is een dynamisch systeem; de normen worden voortdurend aangepast. 

Controle vormt een essentieel onderdeel van FCA. Producenten passen autocontrole toe en voeren controles uit op drie niveaus: bij de grondstoffenleveranciers, bij de inname van grondstoffen bij de mengvoederfabrikant (vóór het mengproces) en bij de afgewerkte mengvoederproducten (na het mengproces). 

Na de opmaak van een inventaris van al de gebruikte grondstoffen werkt BEMEFA, de beroepsvereniging van de mengvoederfabrikanten, een bemonsteringsplan uit dat bepaalt hoeveel monsters er van elke grondstof geanalyseerd dienen te worden. 

Om een externe en onafhankelijke controle te garanderen komt er een tweede controle van auditoren van certificatie-instellingen. De auditoren controleren of er voldaan wordt aan de FCA-eisen. Een derde controle wordt uitgevoerd door een inspecteur van de overheid. 

Volgens BEMEFA staat de Belgische mengvoedersector met deze aanpak aan de top binnen Europa. België streeft naar een Internationale Code die overal in de wereld kan toegepast en gecontroleerd worden. “Garantie van voedselveiligheid reikt verder dan de Belgische landsgrenzen. Door de handel zowel in grondstoffen, mengvoeder, dieren als vlees over de grenzen heen, is het noodzakelijk dat ook in andere landen dergelijke initiatieven ontwikkeld worden. Deze harmonisatie is prioritair om de voedselveiligheid en traceerbaarheid te garanderen voor alle voedermiddelen ongeacht hun oorsprong of herkomst”, meent BEMEFA. Er zijn al diverse overeenkomsten van uitwisselbaarheid gesloten tussen de FCA-standaard en andere standaarden voor diervoeders in naburige landen. Voor meer informatie hieromtrent kan je terecht op www.bemefa.be

Controles tijdens het productieproces

Het hele traject om tot een gegarandeerd veilig stukje vlees te komen, is onderhevig aan heel wat vereisten. Voor varkens-, rund- en kalfsvlees geldt het systeem van de Integrale Ketenbewaking (IKB). Elke schakel in de productie, van riek tot vork, moet zich aan strenge normen houden. Voor de verschillende vleessoorten zijn er afzonderlijke lastenboeken uitgewerkt. Belbeef is een overkoepelend certificeringssysteem voor rundvlees. Voor kalfsvlees is BCV je garantie op kalfsvlees van topkwaliteit. Voor varkensvlees geldt het Certus-lastenboek en voor kippenvlees het Belplume-lastenboek. In België beschikken we over onafhankelijke controle- en certificatiesystemen die de traceerbaarheid van zowel dieren als vlees garanderen. De doorgedreven controles doorheen de hele productieketen zorgen ervoor dat vlees dat hier geproduceerd wordt veilig en betrouwbaar is. 

Hoe verlopen de controles door het FAVV in het slachthuis?

De wijze waarop het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) de controles uitvoert is identiek in alle slachthuizen in België, ongeacht het dier dat geslacht wordt: alle dieren moeten een keuring ondergaan, d.w.z. een grondig onderzoek zowel vóór als na de slachting. Het doel van de keuring is de voedselveiligheid verzekeren door vlees dat anomalieën vertoont, besmet is met ziekteverwekkers of residuen bevat van diergeneesmiddelen of contaminanten uit te sluiten van menselijke consumptie. 

Daarom controleert het Agentschap systematisch alle slachthuizen. Enerzijds doet het dat via zijn eigen inspecteurs-dierenartsen en anderzijds doet het een beroep op zelfstandige dierenartsen, de DMO’s (dierenartsen met opdracht). Meer weten? Klik hier.

 

Bekijk alle veelgestelde vragen