De boer op - Op bezoek bij Franky, Griet en Ward, groenten- en vleesveehouderij Cool-Deschoemaker, Diksmuide

Kort na onze aankomst gaan de hemelsluizen open boven de boerderij Cool. Een enorme hoeveelheid water zet de binnenkoer van de idyllische hoeve even blank. “Vorige week zou het wel wat problemen gegeven hebben”, lacht Francky Cool, ”Toen vond de nacht van de Tuborg plaats in onze grootste loods. Een fuif van de KLJ waarin ook mijn zoon actief is.” Van dat jong geweld is nu geen spoor meer. Behalve misschien de zoon, die samen met zijn moeder ook op de boerderij werkt. De opvolging is verzekerd, grapt Francky. Het bedrijf van de familie Cool heeft 2 takken. Groenten, waarvan prei voor de veiling en bloemkool voor de diepvriesindustrie, en vleesvee, zo’n 120 dieren. Op de akkers is dit merkbaar in de teeltrotatie waarin, naast de groenten, ook maïs en gras voor het vee zitten. 

Vandaag is iedereen bezig in het ‘preihok’. Francky: “Hier wassen en snijden we de groenten en zetten we ze klaar voor de veiling. In de peller wordt de prei gewassen en op lengte afgesneden. Voor de eerste wasbeurt gebruiken we open putwater. De laatste spoeling gebeurt verplicht met leidingwater. Daarna sorteren we de prei per dikte, van minder dan 2 cm tot 4 cm, waarna ze in bakken van 10 kg naar de veiling gaan. Grof geschat zal hier op jaarbasis zo’n 200.000 kilo prei naar buiten gaan.” Op de bakken prijkt prominent het Flandria-label, een label dat beheerd wordt door de Belgische veilingen. Het wordt toegekend aan producten uit een milieubewuste teelt, waar een duurzame productie centraal staat. 

Stalmest van eigen vee

Nog voor de prei uit de grond gaat, is er al heel wat aandacht voor duurzaamheid. Stalmest van het eigen vee wordt gebruikt om de bodemvruchtbaarheid te verhogen en het bodemleven te stimuleren. Voor het bemesten van de bloemkoolplantjes zelf past Francky rijenbemesting toe. Dit betekent dat de meststof mooi langs de plantjes valt en er dus minder in de grachten terecht komt. Dit gebeurt zowel bij het planten als tijdens het schoffelen. 

Ook om zijn gewas te beschermen gaat Francky omzichtig te werk. Spuiten gebeurt op advies en zo veel mogelijk ’s avonds laat. Dan is het windstil waardoor de gewasbeschermingsmiddelen terechtkomen waar ze horen, op de gewassen. Daarnaast is dit ook het ideale tijdstip voor de bijen. ’s Avonds zijn die niet actief en ondervinden dus ook geen hinder van de toepassing van de middelen. Door te schoffelen in de kolen wordt de inzet van onkruidbestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk beperkt. Dat er hier aandacht is voor duurzaamheid merk je tenslotte ook aan de bedrijfsgebouwen. Die zijn prachtig gerenoveerd met hergebruik van materialen. Een prachtige hoeve in een prachtig landschap.