Bereiding
Snijd het witloof fijn en bak 5 minuten krokant in een pan met boter. Kruid met peper en zout.
Boor het klokhuis uit de appels. Snijd vervolgens de appel in 4 schijven van 1/2 cm dik. De rest van de appel snijd je in blokjes of vorm je bolletjes (met een bolletjeslepel).
Warm het bier op en pocheer de stukjes appel erin. Haal de stukjes appel eruit en hou ze warm onder aluminiumfolie.
Laat vervolgens het bier inkoken met een gesnipperd sjalotje, voeg daarna de room toe en laat nog even doorkoken.
Zeef de saus en voeg er stukje bij stukje 50 g koude boter aan toe. Breng de saus op smaak met peper en zout.
Snijd de visfilets in repen. Wentel ze in een mengsel van bloem, peper en zout. Dompel ze onder in het losgeklopt eiwit en bestrooi ze met sesamzaadjes.
De filets bak je in hete frituurolie ongeveer 4 minuten, tot ze mooi goudbruin zijn gebakken.
Serveren
Schep de saus op warme borden, leg daarop een appelschijfje, gestoofd witloof en gefrituurde visrepen.
Dien op met de gepocheerde appelstukjes en versier met verse basilicumblaadjes en kervel.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.